Verhoog de minimuminkomens tot een menswaardig inkomen

Armoede is multidimensioneel, maar gaat altijd om een tekort aan financiële middelen. Een gebrek aan geld hypothekeert de grondrechten van mensen in armoede en confronteert hen op verschillende levensdomeinen met ongelijkheden en uitsluiting. Daarom wijdde het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting zijn 12de tweejaarlijks Verslag aan de financiële dimensie van armoede.

Een menswaardig inkomen is essentieel om greep te hebben op het eigen leven, om een toekomst uit te bouwen en om rechten en verantwoordelijkheden uit te oefenen. Toch bevinden de minimumuitkeringen zich, in bijna alle gezinssituaties, onder de armoederisicogrens. “We tellen onze centen op en we tellen de dagen af”. Zo moeten gerechtigden op een leefloon rondkomen met 1.263,17 euro als alleenstaande, met 1.707,11 euro als gezinshoofd en met 842,12 euro als samenwonende (bedragen op 1 oktober 2023). (1) Volgens de berekeningen van de FOD Sociale Zekerheid in 2023, komen de uitkeringen voor deze drie categorieën rechthebbenden respectievelijk overeen met 79 %, 68 % en 70 % van de armoederisicogrens. (2)

De armoederisicogrens is een monetaire grens die via een algemeen aanvaarde, Europese methodologie aangeeft dat mensen in armoede leven. Sinds 2023 ligt die armoedegrens voor een alleenstaande op 1.450 euro per maand en voor een huishouden met twee volwassenen en twee kinderen op 3.045 euro per maand. Volgens de gegevens van EU-SILC 2023, gebaseerd op inkomens van 2022, moeten meer dan 1,5 miljoen mensen – of 12,3 % van de Belgische bevolking - leven met een inkomen onder de armoederisicogrens. (3)

Ook de referentiebudgetten – die het minimumbedrag aangeven dat nodig is om in basisbehoeften te voorzien – bevestigen dat de meeste uitkeringen voor vele typegezinnen niet volstaan om menswaardig aan de samenleving deel te nemen. (4) Ondanks duidelijke politieke voornemens en inspanningen om de uitkeringen te verhogen, werd de doelstelling om ze op te trekken tot aan de armoedegrens niet gerealiseerd.

De voorbije twee jaar is voor vele mensen de gestegen levensduurte bovenop een reeds erg moeilijke situatie gekomen. De stijgingen van de energieprijzen in 2022 waren hallucinant. Hoge afrekeningsfacturen hebben in vele huishoudens voor grote moeilijkheden gezorgd. De impact van de hoge voedselprijzen is momenteel nog altijd zeer groot. Ze zijn gestegen sinds eind 2021. In maart 2023 waren ze 17,02 % hoger dan het jaar ervoor, in november 2023 nog steeds 8,22 %. Sommige basisproducten, bijvoorbeeld spaghetti, waren op bepaalde momenten meer dan 50 % duurder dan een jaar voordien. (5)

Mensen in armoede hebben geen buffer om deze prijsstijgingen op te vangen: 21,5 % van de Belgische bevolking kan zich geen onverwachte uitgave van 1.300 euro veroorloven. Bij de kwetsbare groepen (werklozen, huurders en eenoudergezinnen) is dit meer dan 50 % (EU-SILC 2023). (6) “Mensen met een hoger inkomen kunnen er omwille van de inflatie voor kiezen om een week minder op vakantie te gaan, of om slechts één reis te maken in plaats van twee. Mensen in armoede kunnen daarentegen niet anders dan besparen op basisbehoeften”. Bovendien hebben ze ook geen mogelijkheden om zich te verbeteren: Ze vinden geen degelijke en betaalbare woning, kunnen in hun huurwoning geen structurele ingrepen doen om hun energie- en waterfactuur op lange termijn te verlagen, kunnen niet voldoende investeren in een digitale toegang tot diensten, kunnen niet gaan samenwonen omdat hun uitkeringen en sociale correcties dan verminderen of zelfs wegvallen…

"Als je in armoede leeft en je hebt niet genoeg geld om je rekeningen, je huis, het ziekenhuis en je eten te betalen, dan is dat geen persoonlijk probleem. Dat is een maatschappelijk probleem."

Integendeel, door hun structureel laag inkomen kunnen mensen in schuldsituaties terecht komen omdat ze facturen voor essentiële behoeften niet kunnen betalen. "We praten over schulden als een persoonlijk probleem. Als je in armoede leeft en je hebt niet genoeg geld om je rekeningen, je huis, het ziekenhuis en je eten te betalen, dan is dat geen persoonlijk probleem. Dat is een maatschappelijk probleem". De belangrijkste oorzaak van overmatige schuldenlast bij mensen in armoede is een te laag inkomen. Ze staan voortdurend voor onmogelijke keuzes, bijvoorbeeld tussen noodzakelijke gezondheidsuitgaven of schoolfacturen, tussen het betalen van energiekosten of kledij voor de kinderen. Daarbovenop bemoeilijken bijkomende kosten – door perverse praktijken en mechanismen van de schuldindustrie – hun kansen en mogelijkheden om uit situaties van overmatige schuldenlast te geraken.

Onze samenleving kent ondertussen een enorme digitale evolutie, die niet alleen gevolgen heeft voor de toegang tot publieke diensten en de effectiviteit van rechten. De digitalisering van betaalmiddelen en bankdiensten heeft ook een impact op de financiën en het budgetbeheer van huishoudens die in armoede leven. “Sommige supermarkten werken met apps waarop kortingen of spaarpunten worden aangeboden bovenop kortingen in de winkel. Niet iedereen kan daarvan profiteren”.

"Kijken voor een betere woning in functie van de gezondheid van de kinderen lukt niet als je al vier jaar op de wachtlijst van een sociale woning staat en je waarschijnlijk nog vijf jaar langer moet wachten."

Onder welbepaalde voorwaarden kunnen mensen met een laag inkomen een beroep doen op verschillende vormen van bijkomende financiële ondersteuning. Zo stellen ze hun ‘sprokkelinkomen’ samen. Deze ondersteuning kan inkomensaanvullend zijn - zoals de sociale toeslag bij de kinderbijslag - of kostenverlagend - zoals de verhoogde tegemoetkoming (VT) of het sociaal tarief voor energie. Om recht te hebben op deze sociale correcties moeten mensen aan bepaalde voorwaarden voldoen, verbonden aan hun statuut en/of inkomen. Meer en meer worden ook gedragsvoorwaarden gesteld, die moeilijk te realiseren zijn, bijvoorbeeld in het kader van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI). “Werken aan je mentaal welzijn kan niet als de wachtlijsten bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg oplopen tot meer dan een jaar. Kijken voor een betere woning in functie van de gezondheid van de kinderen lukt niet als je al vier jaar op de wachtlijst van een sociale woning staat en je waarschijnlijk nog vijf jaar langer moet wachten. Er worden te veel maatschappelijke problemen vertaald naar problemen die je als individu moet oplossen”.

Door de digitalisering en door een toenemende voorwaardelijkheid van rechten wordt de toegang tot rechten moeilijker. De omvang van de non-take-up van rechten – situaties waarin mensen hun rechten niet realiseren – is bijzonder groot. Zo wordt de non-take-up van het leefloon op ongeveer 45 % geschat, van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) op ongeveer 50 % en van de Verhoogde Tegemoetkoming (VT) op ongeveer 45 % op actieve leeftijd en 24 % voor 65+. (7)

Op basis van deze vaststellingen en analyses, besproken in langdurig overleg met mensen in armoede en een grote diversiteit van actoren in de strijd tegen armoede, vraagt het Steunpunt tot bestrijding van armoede om de uitkeringen effectief op te trekken tot aan de armoederisicogrens. Op de verschillende overheidsniveaus moet ook ingezet worden op een effectieve toegang tot financiële ondersteuning en diensten. Dit kan door de strijd tegen non-take-up van rechten op te voeren, en op de verschillende niveaus te voorzien in een plan van aanpak. Tenslotte vraagt het Steunpunt dat overheidsmaatregelen systematisch worden geëvalueerd op hun impact in armoedesituaties, zowel bij de uitwerking ervan (ex ante impactanalyse) als na een periode van uitvoering (ex post). “Mensen in precaire situaties moeten met de ondersteuningsmaatregelen ook werkelijk bereikt kunnen worden. Tenslotte gaat het over de effectiviteit van beleid”.

 

Voetnoten

1. Bedragen (equivalent) leefloon | POD Maatschappelijke Integratie (mi-is.be).
2. FOD Sociale Zekerheid (2023). “De doelmatigheid van de sociale minima”, Cijfers in de kijker, 17 oktober 2023.
3. Risico op armoede of sociale uitsluiting | Statbel (fgov.be).
4. Frederickx, M., Delanghe, H., Penne, T. en Storms, B. (2024). Kan je menswaardig leven met een minimuminkomen in België? Working paper 24.01. Geel, Thomas More.
5. Federaal Planbureau (2023). Indexcijfer der consumptieprijzen – Inflatievooruitzichten, Brussel, Federaal Planbureau.
Testaankoop (2023). Inflatie: boodschappen zijn nu 20% duurder dan jaar geleden, Brussel, Testaankoop.
6. Materiële en sociale deprivatie | Statbel (fgov.be).
7. Het TAKE-onderzoek, 2016 - 2022: Tim Goedemé e.a. (2022). TAKE: Reducing poverty through improving the take up of social policies. Final Report, Brussels, Belgian Science Policy Office.

 

Meer informatie?

www.armoedebestrijding.be


Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (2023). De financiële dimensie van armoede. Een bijdrage aan politiek debat en politieke actie. Tweejaarlijks Verslag 2022-2023, Brussel, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...